Arvo Pärt
De pracht van eenvoud

Precies een week voor de première van deze voorstelling klinkt het verstilde Spiegel im Spiegel van Arvo Pärt op NPO Radio 4. Het wordt gedraaid als nummer 3 in de jaarlijkse Hart & Ziel Lijst. Alleen het Requiem van Mozart en Bachs Matthäus-Passion staan hoger genoteerd. In totaal acht composities van Arvo Pärt telt deze top-300, klassieke werken die door luisteraars zijn aangedragen vanwege de ontroering of troost die ze bieden. Bach - Mozart - Pärt…

Arvo Pärt (Tallinn, 1935) is een van de meest gespeelde levende componisten. Deze bijzondere status dankt de Estlandse componist aan zijn subtiele en meditatieve muziek, die je het gevoel kan geven dat je een glimp van de eeuwigheid opvangt.

Het is muziek die mooie klanken niet schuwt, anders dan de experimentele en minder toegankelijke werken waarmee Pärt in de jaren zestig zijn carrière begint. Hij geldt in die jaren als een van de leidende figuren van de Sovjet avant-garde en valt onder het regime van de Sovjet-Unie, dat van 1940 tot 1991 over de Baltische staten heerst. Met zijn muziek weten de machthebbers geen raad en Pärt wordt aangesproken op zijn ‘gevoeligheid voor buitenlandse invloeden’.

Mede door dit machtsspel valt Arvo Pärt rond 1970 stil. Behalve filmmuziek vloeien er geen noten meer uit zijn pen. Hij verdiept zich in oude muziek en maakt studie van het eenstemmige gregoriaans uit de Middeleeuwen en de meerstemmige vocale muziek uit de Renaissance. Daarnaast wendt hij zich in 1972 tot de orthodoxe kerk, voor hem een belangrijke bron van inspiratie.

Pracht in de eenvoud kenmerkt de muziek van Arvo Pärt.

Conrad van Alphen, artistiek leider Sinfonia Rotterdam

Pärt ontwikkelt in die jaren een zeer persoonlijke componeertechniek die hij aanduidt met ‘tintinnabuli’, naar het Latijnse woord ‘tintinnabulum’ voor bel of klokje. Het is muziek die terugkeert naar de basis van de tonaliteit, de zuivere drieklank, zoals die schuilt in de toon van een aangeslagen klok. De eerste werken die hiervan getuigen, zijn Für Alina, Fratres, Cantus in Memory of Benjamin Britten en Spiegel im Spiegel. In dit laatste werk laat Pärt in de viool elke stijgende lijn volgen door een dalende. De eerste melodie telt twee noten, de volgende drie, enzovoorts. Zo ontstaat een schijnbaar oneindige spiegeling. Dit werk, evenals Fratres, duikt op in diverse films, documentaires, ballet- en dansvoorstellingen.

Arvo Pärt heeft dan wel zijn eigen stijl gevonden, opnieuw maken de Sovjet-autoriteiten het hem moeilijk, nu vanwege het religieuze karakter van veel van zijn composities en het gestileerde klokgebeier. In 1980 wordt hij gedwongen met zijn gezin Estland te verlaten. Na een jaar in Wenen verhuizen ze naar Berlijn, om pas in 2010 terug te keren naar het inmiddels soevereine Estland. En soeverein is nog altijd Pärts muziek, met een kalme concentratie die oproept tot bezinning. ‘Deze muziek draait om stilte. De geluiden zijn er om de stilte te omringen’, aldus de componist. Een kathedraal van klank, indrukwekkend door zijn heldere eenvoud.

Filip Leusink