Jozefien Debaillie
Met een balletjuf als moeder, belandt Jozefien Debaillie al als peuter op dansles. “Dat was makkelijker dan een oppas regelen.” Omdat Jozefien goed kan leren én haar vader een gedegen opleiding belangrijk vindt, gaat ze uiteindelijk naar een middelbare school met een ambitieus vakkenpakket.
Maar ze vindt het er, anders dan op de basisschool, vreselijk. “Dans was meer en meer een noodzaak geworden. Ik kreeg het niet voor elkaar: de hele dag in de schoolbanken zitten.” Ze mag alsnog auditie bij de Koninklijke Balletschool in Antwerpen doen, maar wordt tot haar grote schrik afgewezen: “Ik was te klein, te dik, had te korte armen en benen. Mijn droom lag in duigen.”
Cultuurkaalslag
Een jaar later wordt ze alsnog aangenomen, maar in de puberteit slaat de onzekerheid toch weer toe. “Ik bleef voor mijn gevoel dat te korte, te dikke meisje. Er was weinig aandacht voor voeding en gezondheid op de balletschool. Mijn worsteling om eruit te zien zoals een danseres eruit ‘hoort’ te zien, was enorm.”
Omdat ze zich na de opleiding nog niet klaar voor de beroepspraktijk voelt, studeert ze verder aan Codarts. Een openbaring. “Er was daar zó veel ruimte voor creativiteit.” Er volgen stages, diverse freelance klussen en kortere contracten, maar het is de tijd van Halbe Zijlstra’s ‘cultuurkaalslag’ en wanneer Jozefien hoort dat Scapino dansers nodig heeft, stapt ze over haar schroom heen en doet auditie.

Danste ik vroeger enkel in primaire kleuren, nu raak ik alle kleuren aan.
Troostproject
De begintijd bij Scapino is echter niet makkelijk. “Ik was voor mijn indiensttreding ernstig ziek geworden in Maleisië. Ik was uitgeblust, had last van blessures, en had nog steeds problemen met mijn eigen lichaam. Ik heb in die tijd wel getwijfeld of ik moest blijven, en ik weet zeker dat ze bij Scapino ook twijfelden over mij.”
De omslag komt in 2016 wanneer bijna alle dansers aan een operaproject in Parijs meedoen, en Ed Wubbe voor de achterblijvers – Jozefien en Rubén Garcia Arabit – Risonanza creëert, een duet uit de avondvullende productie Pas de deux. “Het was dus een soort ‘troostproject’, maar er was zo’n klik tussen ons drieën en Michiel Borstlaps muziek. Héél inspirerend en – ook vanwege de nominatie voor een Zwaan die ik voor deze rol kreeg - héél bevestigend. Daarna viel alles op z’n plek.”
Curriculum vitae
- Geboren
- 1987, Heule, België
- Opleiding
- Koninklijke Balletschool Antwerpen
- Codarts Rotterdam- Danste eerder bij
De Meekers, Korzo, Dansgroep Krisztina de Châtel, Dansgroep Amsterdam en op projectbasis in de Verenigde Staten, Polen en Oostenrijk
- Bij Scapino sinds
- 2013
- Prijzen en nominaties
Nominatie ‘Zwaan voor Meest Indrukwekkende Dansprestatie’ voor haar rol in Pas de Deux - 2016

Dochters
Andere hoogtepunten volgen, in de samenwerking met Ed Wubbe en ook met Itamar Serussi en Marcos Morau, “die mij beiden heel diep in mijzelf hebben laten zoeken om tot in het extreme te gaan”. Door dat alles komt er ook privé meer ruimte: in 2018 wordt haar dochter Lior geboren, in 2021 volgt dochter Vesper. ‘Life changing’, noemt ze het moederschap. “Ik heb er zó veel over mijn lichaam door geleerd en ben veel sensitiever geworden. Danste ik vroeger in blauw, geel, rood, zwart en wit, nu raak ik alle kleurschakeringen aan. Ik ben enorm dankbaar dat Scapino mij hiervoor alle ruimte geeft, dat het moeder-zijn deel mag zijn van wie ik als danser ben.”
Ik zie wel waar het leven mij heenvoert, ik heb nog zó veel interesses. Maar als het zou kunnen, bleef ik mijn hele leven dansen.
Intuïtie en bewustzijn
Jozefien hecht zeer aan hoe wij mensen met de aarde omgaan. “Ik wil dat er iets moois voor onze kinderen overblijft.” Intuïtie, dicht bij jezelf blijven, niets ‘for granted’ nemen en je bewust zijn van alles wat je doet en achterlaat én waarom, dat geeft ze haar kinderen mee. “En dat alles geldt evenzeer voor wie ik als danser wil zijn.”
Fotografie: Khalid Amakran | Interview: Astrid van Leeuwen